Leefstijl

Leefstijl is je manier van leven. Het gaat over eten, bewegen, ontspannen, drinken, roken, drugs. En dit alles dan is een juiste balans!

Eten

Een gezonde leefstijl begint bij gezond eten. Hierover valt veel te zeggen, want wat is gezond? Voldoende brood, groente en fruit zijn belangrijk voor vezels en vitaminen, maar ook de goede soorten vet en niet te veel zout is goed. Hoeveel je nodig hebt aan voedingsstoffen en energie is voor iedereen verschillend en hangt samen met bijvoorbeeld je leeftijd, je geslacht, je gewicht en hoe vaak je sport of aan andere lichaamsbeweging doet.

Gezond eten betekent niet dat je een streng dieet moet volgen. Liever niet zelfs. Het is belangrijk dat je verantwoord eet, maar ook dat je het lekker vindt. 

Bewegen

Bewegen is goed voor iedereen. Het advies is elke dag minstens een uur te bewegen en 2 keer per week een uur te sporten. Wat je doet maakt eigenlijk niet uit, als je maar beweegt. Denk aan fietsen, buiten spelen of de hond uitlaten. Even belangrijk is het dat je niet te lang achter de computer, tablet, telefoon of voor de tv zit. Als je er eenmaal achter zit, kom je er vaak maar moeilijk bij vandaan.

Bewegen is voor iedereen gezond maar heeft ook een dalend effect op je bloedglucose en je insuline wordt beter opgenomen. Door te bewegen is de kans kleiner dat je dik wordt. Je hebt een betere conditie en bent sterker, zit beter in je vel en wordt minder snel ziek.

Ontspannen

Een gezonde leefstijl betekent ook: op tijd ontspannen en niet te veel stress. Soms lukt dat

niet. Je kunt stress hebben van je diabetes en stress kan invloed hebben op je diabetes. Je kunt bang zijn voor prikken, spuiten, een hypo of voor je toekomst. Het is goed om daarover te praten met iemand.

Alle soorten stress kunnen invloed hebben op je diabetes. Je bloedglucose kan stijgen als je gespannen bent voor een toets, wedstrijd of als je gepest wordt. Met schommelende bloedglucosewaarden kun je je vaak moeilijker concentreren. Ook hiervoor geldt: praten geeft lucht. Stress kun je niet voorkomen, maar je kunt er wel mee leren omgaan.

Roken

Met diabetes heb je meer risico op hart- en vaatziekten. Als je gaat roken dan verdubbel je

die kans nog eens. Daar komt bij dat je conditie minder wordt als je rookt. Wat je het beste kunt doen is er niet aan beginnen. Stoppen is moeilijker dan niet beginnen. Tips bij stoppen met roken vind je op www.stivoro.nl

Alcohol

Tot je 18e mag je geen alcohol drinken. Dit heeft te maken met je hersenen die zich volop ontwikkelen. Alcohol zorgt ervoor dat deze ontwikkeling vermindert en kan zelfs hersenschade geven. Alcohol heeft invloed op je bloedglucosewaarden.

Wat doet alcohol in je lichaam?

Eerst komt alcohol in de maag. Daar merk je nog niet zoveel van. Daarna komt het in je bloed. Het bloed vervoert de alcohol naar alle plekken in je lichaam. Dus ook naar je hersenen. Dat merk je want je hersenen kunnen door de alcohol niet meer zo goed werken. Je kunt bijvoorbeeld niet meer zo goed lopen, praten en zien. Hoe meer alcohol je drinkt hoe slechter je hersenen gaan werken.

Alcohol is een giftige stof. Het lichaam wil deze stof kwijt. De lever zorgt hiervoor. Het duurt

ongeveer 1 ½ uur voordat 1 glas drank uit je lichaam is. Als je jong bent kan je minder goed tegen het gebruik van alcohol. Je verdraagt alcohol slechter omdat je nog in de groei bent en minder weegt. De effecten van alcohol zijn hierdoor sneller en heviger.

De hersenen ontwikkelen zich tot gemiddeld het 24e jaar. Alcohol verstoort die ontwikkeling. Dat kan van invloed zijn op je prestaties op school, op je karakter en op je gedrag. Je lever kan ontstoken raken door te veel alcoholgebruik, dit kan leiden tot onherstelbare schade.

 Alcohol en bloedglucose

Alcohol verlaagt de bloedglucose. Koolhydraten uit bier of een mixdrank zullen er in eerste

instantie voor zorgen dat je bloedglucose gehalte zal stijgen. Pas later (kan uren later zijn dus

bijvoorbeeld ‘s nachts!) levert alcohol een gevaar voor hypoglycemie. Zorg ervoor dat je na het gebruik van alcohol altijd iets met koolhydraten eet voor je op de fiets stapt of gaat slapen. En controleer in ieder geval voor je gaat slapen en als je ’s nachts wakker wordt je bloedglucose nog een keer.

Wees voorbereid. Draag altijd je bloedglucosemeter en druivensuiker of iets anders met koolhydraten bij je. Informeer je vrienden dat je diabetes hebt. Door de alcohol heb je misschien zelf niet door dat je een hypo hebt. 

Blowen

 De combinatie van drugs en diabetes betekent gevaar. Drugs werken als vergif voor je hersenen en zijn verslavend. Je kunt niet meer goed nadenken als je drugs gebruikt. Speed en XTC zijn levensgevaarlijk omdat je hypo’s niet meer voelt. Van blowen krijg je een onbezorgd gevoel, waardoor je risico’s verkeerd inschat. Als je niet meer beseft dat een hypo of hyperglycemie ernstig kan zijn, ga je er ook niet goed mee om. Kortom, experimenteer er liever niet mee.